De wetenschap, taalkunde en de eigenaardigheden van het Chinees stonden centraal tijdens zijn lezing. De zaal zat vol met leerlingen uit vwo-4, -5 en -6, hun ouders en docenten. Voor Wiedenhof draaide het vooral om de leerling: “Jullie zijn mijn doelgroep, ik hoop dat jullie iets oppikken van deze avond.”
De leerlingen waren de hele dag al bezig geweest met het opdoen van kennis. Een klein leger aan gastdocenten gaf ‘s ochtends een aantal gastcolleges aan vwo-5 en -6. Zo leerden ze onder meer over cryptologie van dr. Benne de Weger van de TU Eindhoven, kregen ze een college over massaschietpartijen in de VS van Laura Martens van Tilburg University, vertelde voormalig luitenant-generaal Jo Godderij (KMA) over de wereld van de luchtmacht en de rol van de NAVO en leerden ze over de ethiek van geneesmiddelenonderzoek van dr. Adam Cohen van Universiteit Leiden.
En ook ’s avonds moet het de leerlingen zeker gelukt zijn om wat wijzer te worden; de lezing van Wiedenhof zat bomvol wetenswaardigheden over de taalkunde, het taalonderwijs en het Chinees. Over spraakverwarring, spraakgebruik en spraakkunst en over de liefde voor de taal, of juist het ontbreken daarvan. “Ik heb eigenlijk niets met taal,” bekende hij. “Ik vind het vaak een onding.” Dat taal vaak voor verwarring zorgt, bleek onder meer uit zijn anekdote over zijn eerste bezoek aan China, in de jaren ’80. “Ik kende natuurlijk een beetje Chinees, geleerd op de opleiding. Zo wist ik hoe je ‘Wat doe je?’ in het Chinees moest zeggen. Maar ter plekke bleken mensen een heel andere manier te hebben om dat te zeggen. Ik verstond er niets van. Heel verwarrend!”
Volgens Wiedenhof draait het bij wetenschap niet om een academie of een instituut. “Wetenschap begint bij een observatie. Je verbaast je over iets, iets valt je op of je vraagt je iets af en dat ga je onderzoeken.” Zelf begon hij al op de lagere school met zijn onderzoek naar het Chinees. “We moesten allemaal een werkstuk maken over een land, zo is het bij mij begonnen. Die fascinatie is gebleven. Verder is het ook vooral heel hard werken. Want als je Chinees wil leren, moet je vooral heel veel uit je kop leren!”