De Nassau kenmerkt zich door:
- aandacht en respect voor elkaar,
- kansen bieden en resultaten boeken,
- persoonlijke ontwikkeling stimuleren,
- hoogwaardige onderwijskwaliteit,
- zorgvuldige leerlingbegeleiding,
- aandacht voor levensbeschouwing,
- maatschappelijke betrokkenheid,
- internationale oriëntatie.
Missie
De Nassau wil jonge mensen zo goed mogelijk voorbereiden op leren, leven en werken in Nederland, Europa en daar buiten. Dat doen we op basis van een open christelijke identiteit die we concreet zichtbaar maken voor leerlingen, ouders en medewerkers.
Visie
Op De Nassau geven we leerlingen zowel vanuit onze overtuiging als vanuit onze onderwijskundige visie persoonlijke aandacht. Op De Nassau voelt iedereen zich gekend en erkend en gaan we respectvol met elkaar om.
De Nassau helpt leerlingen door goede begeleiding, passende uitdaging, een duidelijke structuur en heldere schoolregels een zo hoog mogelijk opleidingsniveau te behalen. Daarbij wordt in toenemende mate zelfstandigheid van de leerling verwacht. De school heeft doorlopende leerlijnen met een voor leerlingen zichtbare verbinding tussen vakken onderling en tussen het binnenschoolse en de maatschappelijke werkelijkheid.
Algemeen onderwijsbeleid
De Nassau wil leerlingen op alle niveaus maximaal uitdagen het beste uit zichzelf te halen.
Vwo-leerlingen hebben maximale keuzemogelijkheden en kunnen bijvoorbeeld een tweetalige opleiding (tto) combineren met het gymnasium. Om vwo-leerlingen nog meer uit te dagen en ze zo goed mogelijk voor te bereiden op een universitaire opleiding kent De Nassau een academieprogramma dat aansluit op de major/minor-opbouw van het hoger onderwijs. Leerlingen krijgen door twee of meer interne of externe deskundigen een vakoverstijgend programma aangeboden. Hierbij wordt veel zelfwerkzaamheid van de leerlingen gevraagd.
Mavo 4-leerlingen worden gestimuleerd door te stromen naar de havo. De betere havoleerlingen krijgen al tijdens de opleiding de mogelijkheid over te stappen naar het vwo.
Voor alle afdelingen geldt dat zowel het rendement van de onderbouw en de bovenbouw, als de slagingspercentages op of boven het landelijk gemiddelde liggen.
Hiervoor is er onder andere extra aandacht voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde) en voor de reken- en taalvaardigheid van leerlingen.